Soms lees je dingen waarvan je denkt dat ze erg lang geleden geschreven werden. Dan denk je dat iets misschien gepast heeft binnen een bepaalde tijdsgeest en vanuit bepaalde hoek, maar dat het haaks staat op alles wat wij nu kennen.

Dat gevoel had ik wanneer ik het voorstel las van Hendrik Bogaert om nog één dag per week Nederlands te spreken in Brussel. Brussel, onze hoofdstad, omringd door Vlaamse velden. Daar zouden wij nu nog één dag op zeven Nederlands spreken.

Had men mij verteld dat een van zijn voorouders dit schreef in een tijd waarin neergekeken werd op onze moedertaal, toen we vochten voor Nederlands in onze scholen, dan had ik dat begrepen. En misschien had ik dat zelfs dapper gevonden. Maar dat was niet het geval. Hij schreef dit nu, in een periode waarin Nederlands geen tweederangstaal is.

En dat begrijp ik niet. Brussel met al haar voor- en nadelen is de hoofdstad van zowat 11 miljoen inwoners, waarvan maar liefst 6,5 miljoen Vlamingen. Verdienen zij niet beter dan één dag op zeven? Die meertaligheid, mijnheer Bogaert, die we in Brussel vaak tegenkomen, die moet net aangewakkerd en aangespoord worden. Ja, het klopt dat je niet altijd in het Nederlands geholpen wordt in Brussel, maar het zelfs niet meer proberen? Wat stelt u voor dat winkels doen, hun Nederlandskundige medewerkers inschakelen op maandagen?

Mijn voorstel is het volgende. Laten we elke dag Nederlands spreken. Laten we die meertaligheid voeden en zo mensen extra kansen geven op de arbeidsmarkt. Laten we actief inzetten op een betere kennis van het Nederlands in onze hoofdstad en geen genoegen nemen met een 1/7 vergelijking om onze moedertaal te mogen spreken en horen in onze hoofdstad.

En laten we vooral de mensen die opleidingen Nederlands en oefenkampen volgen, die smeken om Nederlands te horen daarin ook niet teleurstellen. Wij, Nederlandstaligen stappen al te gemakkelijk over op een andere taal wanneer iemands Nederlands ‘niet vlot genoeg’ is. Ontneem die mensen hun kans niet op Nederlands, op die extra vaardigheid voor onze jobmarkt. Laten we hen daarin steunen.