De recente brandincidenten in Dilbeek, waarbij 2 dodelijke slachtoffers vielen, bewogen gemeenteraadslid Kurt Dedobbeleer om de brandveiligheid en de onderbemanning van de kazerne op tafel te leggen op de gemeenteraad.

Grote probleem is onderbemanning

De Dilbeekse kazerne wordt bemand door 2 beroepsbrandweerlieden van de post in Asse. Bij brand worden 4 vrijwilliger brandweerlieden opgeroepen en ook ’s avonds, tijdens weekends en op feestdagen nemen leden van de brandweer de bemanning van de kazerne op zich. Hoewel de brandweerlieden telkens snel ter plaatse waren, zijn zij wettelijk verplicht te wachten tot 6 mensen aanwezig zijn om te beginnen met de bluswerken. Een pompwagen mag immers met minder dan 6 personen niet uitrijden. Zij moeten dus wachten op korpsen die nadien aankomen, vaak 8 tot 15 minuten later.

“Het is niet enkel frustrerend voor de betrokkenen brandweerlieden, maar ook voor de buren of familie die er op staan te kijken.,” weet Dedobbeleer. “Bovendien is die tussenperiode van 6 à 8 minuten dat er nog niet geblust kan worden vaak van levensbelang om essentiële veiligheidsoperaties te doen.”

Ook tijdens de weekendpermanentie staat het korps voor hetzelfde probleem.
In geval van brand moeten de 2 aanwezige leden van de vrijwillige brandweer wachten tot 4 andere vrijwilligers naar de kazerne komen, om de wettelijke voorziening van het uitrukken met een pompwagen te respecteren.

Dilbeek verdient een betere bescherming

Sinds 2015 behoort Dilbeek tot de Hulperleningszone Brabant-West. Burgemeester Willy Segers zal daar het probleem aankaarten. “Dilbeek verdient gezien zijn bevolkingsaantal, oppervlakte en bevolkingsdichtheid een betere bescherming. Het kan niet zijn dat onze brandweerlieden lijdzaam moeten toekijken terwijl huizen in vlammen opgaan omdat ze wachten op vertserking,” stelt een strijdvaardige Segers.